Het landschap waar de twee dorpjes Alfarnate en Alfarnatejo liggen, is weergaloos mooi. We zijn in het gebied ten noorden van de Montes de Málaga. Officieel behoort het tot de streek La Axarquía.
Het overweldigende stuk natuur met woest ogende grijze rotsen in een glooiend en verlaten landschap ligt op iets meer dan een half uur rijden van de stad Málaga. Het is er uitgestorven en aan niets valt hier af te leiden dat de Costa del Sol, met alle daarmee gepaard gaande hectiek vlakbij ligt.
De rotspieken steken in vele grijstinten af tegen de staalblauwe lucht. Afwisselend passeer je er uitgestrekte velden met olijfbomen, granen en kikkererwten. Het gebied is populair onder fietsers, zowel mountainbikers als racefietsers. De rustige, kronkelende bergwegen lenen zich dan ook perfect voor de beoefening van deze sport.
Alfarnatejo
Beide dorpjes zijn erg leuk om even doorheen te wandelen. Ze doen vanwege de bebouwing en nauwe straatjes – net als tal van andere dorpjes in La Axarquía – Moors aan. Er zijn een paar eenvoudige restaurants en bars met streekgerechten op het menu.
Heb je trek gekregen van je inspanning dan is het goed te weten dat de beste kikkererwten van Málaga in Alfarnatejo worden verbouwd. Een stoofpot met kikkererwten (garbanzos) is dan ook op geen enkele menukaart weg te denken. Wij proefden een heerlijke in restaurant Los Pirineos de la Costa del Sol in Alfarnatejo.
De geschiedenis van dit dorp schijnt begonnen te zijn rond één Moorse boerderij die dankzij zijn hoge ligging dienst deed als wachttoren. Het bouwwerk wordt door sommigen Castillo de Sabar genoemd en de resten ervan zijn nog te zien in de kloof van Gómer. Heb je zin in een wandeling, dan kun je de bergtoppen beklimmen of afdalen richting de kloven Tajo de Doña Ana en Tajo de Gómer.
Alfarnate
Even buiten het dorp Alfarnate ligt de oudste venta (wegrestaurant en vroeger herberg) van Andalusië uit de 13de eeuw. Hier kwamen mensen op adem die vanuit Granada onderweg waren naar de kust. Venta de Alfarnate ligt op 900 meter hoogte en bevat zelfs een klein museum. De Spaanse koning Alfonso VIII bracht er ooit een nacht door.
Lang geleden vormde deze herberg namelijk het decor voor diverse bandieten of struikrovers, de zogenaamde bandoleros. De ‘cel’ waarin bandolero Luis Candelas in 1824 een nacht gevangen zat, is nu omgebouwd tot originele eetruimte. In een klein winkeltje worden streekproducten als zoete Málaga-wijn, ham, worsten en honing verkocht. Bij mooi weer is er een gezellig terras. Het menu is niet echt uitnodigend voor vegetariërs. De venta ligt op de kruising van de A-4152 en de A-4102
Bovendien komen uit Alfarnate de beste amandelen, zo is de overtuiging in de omgeving. Nergens anders worden ze zo lekker geroosterd als in dit dorp. Je ziet de dorpsbewoners ook in Málaga op diverse straathoeken staan. Ze verkopen ze voor een paar euro in smalle puntzakjes.
Ontstaan
Volgens de overlevering stortte na een zware regenbui een enorme steen op de enige weg die de twee plaatsjes Alfarnate en Alfarnatejo met elkaar verbond. Inwoners van beide dorpen besloten daarop om met ijzeren staven en stokken hefbomen te vormen om zo de steen de heuvel af te laten rollen. Sindsdien worden de inwoners van Alfarnate ‘palancos’ (hefbomen) genoemd en die van Alfarnatejo ‘tejones’ (afgeleid van Alfarnatejones). De steen viel uiteindelijk richting de vallei en ligt daar naar verluidt nog steeds.